Lange voorgeschiedenis.
Het zal de bezoekers aan het Hilversumse centrum niet zijn ontgaan, er is weer kermis. Deze kermis kent een lange voorgeschiedenis met soms roerige momenten. Toen de kermis in 1899 door de gemeenteraad werd afgeschaft, liepen de gemoederen onder de burgers zo hoog op dat één van hen dat met de dood moest bekopen.
‘Ampart’
In de 19e eeuw was er buiten de jaarlijkse kermis maar weinig gelegenheid tot ontspanning. De wevers maakten lange werkdagen van soms wel zestien uur om daarna nog eens hun schrale lapje grond te bewerken. De schaarse vrije tijd werd veelal in de kroeg doorgebracht, maar voor de kermis ontzegden de Hilversummers zichzelf veel. In vele weversgezinnen legde men het gehele jaar door elke week een paar centen van het schamele loon 'ampart' om er een groot feest van te maken. En bleek het bedrag uiteindelijk onvoldoende dan werd een bezoek aan ‘Ome Jan’, de bank van lening in de Kerkstraat niet geschuwd.
|
'Ome Jan' aan de Kerkstraat rond 1900. |
De kermis: voor tal van Hilversummers in de 19e en de 20e eeuw was ze hèt evenement van het jaar. ‘Bandeloos’
Bezadigde dorpelingen ergerden zich echter aan 'de bandeloze lichtzinnigheid' van de kermisbezoekers, want menigeen ging zich te buiten aan overmatig alcoholgebruik in de kroegen rond de kermis. In 1899 besloot de gemeenteraad om die reden de kermis, die toen al op de Groest werd gehouden, af te schaffen. Dat zette echter kwaad bloed bij een groot deel van de bevolking. Op die 22e augustus – dat zou anders de eerste kermisdag zijn geweest – hing er iets onheilspellends in de lucht. De bevolking klonterde samen op de Allemansbrug, een geliefd verzamelpunt op de hoek van de Groest en de Kerkstraat.
Verhit.
Iedereen had het over het niet doorgaan van de kermis. De gemoederen raakten zo verhit dat er relletjes ontstonden. Men hitste elkaar op en het duurde niet lang of er brak een compleet oproer uit. De boze Hilversummers trokken naar het Suzannapark, waar de toenmalige burgemeester J.C. Gülcher woonde. Alle ruiten van zijn woning moesten eraan geloven. Dat gebeurde vervolgens ook met de ramen van de woning het raadslid Passtoors in de Herenstraat.
Blanke sabel.
Aanvankelijk slaagde de gealarmeerde politie er nog in om de menigte met de blanke sabel uiteen te drijven, maar toen ook de meeste winkelruiten in het centrum werden vernield stond het kleine politiekorps machteloos. De te hulp geroepen schutterij kon ook weinig uitrichten, temeer daar verschillende schutters liever thuis bleven en de boete betaalden dan dat zij hun gezin in benarde omstandigheden achterlieten.
Met scherp.
Toen er op de 23ste augustus opnieuw relletjes ontstonden, verscheen er plotseling een afdeling dragonders uit Naarden. Zij werden later bijgestaan door infanteristen uit Amersfoort. De staat van beleg werd afgekondigd, samenscholingen werden ten strengste verboden. Het rumoer nam alleen maar met de minuut toe. Vrouwen haalden stenen uit de straat en droegen die in hun schort naar de mannen die ze naar de militairen gooiden. Toen één van hen door een steen werd verwond, schoten zijn kameraden opeens met scherp.
Dode.
Bij dokter Niemeyer in de Stationsstraat werden zeven gewonden naar binnen gebracht. Twee met een sabelhouw, de anderen hadden kogelwonden. Er viel zelfs een dode. Een jongeman, die uit nieuwsgierigheid een kijkje kwam nemen, werd in zijn hoofd geraakt door een verdwaalde kogel. Uiteindelijk keerde de rust weer. Op 7 augustus 1900 besloot de gemeenteraad met negen stemmen voor en vijf tegen tot 'wederinvoering' van de jaarlijkse kermis.
‘Bacchanaal’
Toch moesten de gegoede burgerij en ook de kerken niets hebben van dit 'bacchanaal' en ‘schouwspel van zedeloosheid’. Die tegenstanders kregen in 1920 nog een keer hun zin. De gemeenteraad besloot andermaal om de kermis te verbieden. Het succes was echter van korte duur. Toen niet lang daarna de tekorten op de begroting van het nieuwe Sportpark opliepen, werd de kermis – nu onder de naam Lunapark – in ere hersteld.
|
Het Lunapark. |
(Bron: Streekarchief.)